Wanneer asbestverdacht materiaal wordt aangetroffen, kan alleen een geaccrediteerd laboratorium vaststellen of het ook echt asbest is. De monstername wordt verricht door onafhankelijke bedrijven die in het bezit zijn van het SC540 certificaat. WSP beschikt over zo’n certificaat.
Mogelijke aanleidingen voor asbestonderzoek zijn sloop of renovatie, risicobeoordeling voor gebruikers en aan- of verkoop van vastgoed. Als typen onderzoek daarvoor kunnen worden onderscheiden: volledige inventarisatie, risicobeoordeling en quick scan.
Bij sloop van gebouwen en constructies van voor 1993 is een volledige asbestinventarisatie verplicht. Een volledige asbestinventarisatie omvat dossieronderzoek naar de bouwgeschiedenis en een inspectie door een Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA). De DIA neemt monsters van de aangetroffen asbestverdachte materialen, die vervolgens worden geanalyseerd door een geaccrediteerd laboratorium.
Wanneer asbest is aangetroffen in een gebouw dat wordt gebruikt, is een risicobeoordeling raadzaam. Aan de hand van stof- en luchtmonsters wordt nagegaan of er asbestvezels aanwezig zijn in concentraties die de wettelijke norm overschrijden. Daarbij worden de blootstellingsrisico’s bepaald voor de gebruikers en wordt onderzocht waar en in welke vorm en hoeveelheid asbest aanwezig is en hoe dit gecontroleerd kan worden verwijderd .
Door middel van ‘quick scans’ wordt de aanwezigheid van asbest verkend. Dergelijke onderzoeken gebeuren vaak in het kader van de waardebepaling van gebouwen. Op basis hiervan kunnen globale kostenramingen voor de verwijdering van asbest worden opgesteld.
Opdrachtgevers doen een beroep op ons voor inventarisaties, risicobeoordelingen, kostenramingen, saneringsplannen, veiligheidsplannen en de aanbesteding en begeleiding van asbestsaneringen.