Allemaal redenen om eerst goed te onderzoeken of een dijkversterking werkelijk nodig is, en goed te kijken welke innovaties er mogelijk toegepast kunnen worden. Wilbert van den Bos, afdelingshoofd Water & Omgeving bij WSP: “Een dijk niet versterken, is de meest duurzame manier van dijkversterking. Dat klinkt flauw, maar is de waarheid. We zijn continu op zoek naar het optimaliseren van de berekeningsmethodes en het toepassen van de nieuwste meetmethodes en onderzoeksresultaten. Hierdoor krijgen we een steeds beter en gedetailleerder beeld van de sterkte van de dijk. Zo kunnen wij regelmatig aan de hand van nieuwe modellen en rekenmethoden de stevigheid van een dijk aantonen en dat deze voldoet aan de strenge wettelijke waterveiligheidseisen, terwijl dat voorheen niet mogelijk was. Hierdoor voorkomen we onnodige versterkingen.
Cruciaal voor die nieuwe rekenmethoden is het vergaren van kennis. Immers: hoe meer je weet over een faalmechanisme, hoe beter je dit mechanisme kunt doorrekenen op een dijk. Zo heeft Fugro de afgelopen jaren samen met waterschap Hollandse Delta (WSHD) en Deltares veel onderzoek uitgevoerd naar piping, het faalmechanisme waarbij water onder de dijk doorstroomt en daarbij het fundament van de dijk beschadigt en verzwakt. Bas Berbee is projectleider bij Fugro: “Zo hebben wij met ons gezamenlijke onderzoek naar piping aangetoond dat dijken op getijdenzand veel minder gevoelig zijn voor piping, dan dijken op rivierzand. Het is een voorbeeld van hoe nieuwe kennis aanleiding is om meet- en rekenmodellen te verbeteren. Hierdoor kun je meer gedetailleerd en met grotere zekerheid de sterkte van een bestaande dijk vaststellen.”
Nieuwe rekenmethodes in de praktijk
Een mooi voorbeeld van toepassing van deze nieuwe methoden is het project waarin een verkenning voor versterking wordt uitgevoerd voor het traject Geervliet-Heenvliet, Spui, Oude Maas en Hartelkanaal. Langs dit 22 kilometer lange dijktraject is Waterschap Hollandse Delta (WSHD) verantwoordelijk voor de droge voeten van vele tienduizenden inwoners van Voorne-Putten. Het WSHD deed uitvraag voor deze verkenning, waarna de combinatie WSP/Fugro haar krachten bundelde en mogelijkheden zag om meer dan 50% van het afgekeurde traject alsnog goed te keuren en daarmee overbodige dijkversterkingen te voorkomen.
Hans de Bart, technisch manager waterschap: “WSHD en het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) plukken nu de vruchten van het inzetten op kennisontwikkeling zoals onderzoek naar anisotropie en extra sterkte van getijdezand. De ontwikkelde kennis wordt direct toegepast en levert significante besparingen op in de projecten”.
Bas Berbee: “Door de nauwe samenwerking met het waterschap konden de resultaten van onderzoek met de HPT-AMPT anisotropie meting en de nieuwste berekeningsmethodes direct toegepast worden. Hiermee konden we de veiligheid van deze dijk beter aantonen en gaat de versterking goedkoper uitvallen.” Uiteindelijk kwam de piping-opgave volledig te vervallen.
Uiteindelijk is er meer dan 50% van het afgekeurde traject goedgekeurd. Maar de grootste winst zit ‘m naast de kilometers in de complexiteit en de omvang van de benodigde versterking. Initieel was de dijk afgekeurd op meerdere faalmechanismen per dijkvak. Na de optimalisatie is de piping scope en de opgave om buitendijks afschuiven tegen te gaan volledig komen te vervallen. Hierdoor is de versterking niet alleen benodigd over minder kilometers maar ook per kilometer minder omvangrijk, complex en duur. Daarnaast is er minder impact op de omgeving en milieu.
“Samen met het waterschap hebben we een dure, omvangrijke en complexe versterking op grote delen van dit project voorkomen”, vervolgt Wilbert van den Bos. “Het laat zien dat een investering in kennis, veel ervaring en slimme koppen goud waard is. Denk aan alle stalen damwanden die níet geproduceerd, gekocht en ingeslagen hoeven te worden. Of aan alle percelen van aanwonenden die níet op de kop hoeven. Of alleen maar een alle verkeersoverlast die nu níet plaatsvindt.”
En zo kunnen we uiteindelijk spreken van een win-win-win-situatie: de waterveiligheid is geborgd terwijl aanwonenden, milieu en belastinggeld hierbij niet onnodig worden belast.